Korrelkwaliteit Novagran Blends

Het nauwkeurig strooien van meststoffen verhoogt het saldo en verlaagt de milieubelasting. Het gebruik van hoogwaardige meststoffen als basisgrondstof voor Novagran Blends, garandeert een goede strooibaarheid en een gelijkmatige bemesting.

Uniforme soortelijke gewicht van korrels

Als het gaat om strooibaarheid bestaan er natuurlijk verschillen tussen verschillende soorten meststoffen. KAS heeft een hoger soortelijk gewicht dan ureum, waardoor men ureum minder breed kan strooien. Al bij lage windsnelheden wordt het strooibeeld van ureum negatief beïnvloed, met strooibanen als gevolg. Triferto selecteert voor haar Novagran mengsel grondstoffen met eenzelfde soortelijk gewicht.

Uniforme korrelgrootte aan de basis

De variatie in deeltjesgrootte is van belang voor de strooi-eigenschappen en voor de neiging tot ontmenging. Dit is met name van belang voor de stoffen in bulkmengsels. Triferto selecteert voor haar Novagran blends grondstoffen met een uniforme korrelgrootte. Hierdoor gedraagt een Novagran meststof zich als een enkelvoudige meststof, als het gaat om strooibeeld. 

Kwaliteit levert rendement

De effecten van ongelijkmatig strooibeeld blijven in de meeste gevallen onopgemerkt. Alleen grote afwijkingen zijn zichtbaar als donkere en lichte strepen in het gewas. Opbrengstverliezen treden echter al op als er met het blote oog nog niets te zien is. Deze kosten van ongelijkmatig strooien zijn vooral terug te voeren op gemiste opbrengst en lagere kwaliteit. Maar ook de milieubelasting en de kosten van extra meststof mogen niet worden vergeten. Dit is niet alleen voor Triferto, maar ook voor veel bemestingsadviseurs en telers, de reden om te kiezen in de Novagran blendkwaliteit.

Bij dezelfde diameter worden korrels met grotere dichtheid verder weggeslingerd. De dichtheid is dus van invloed op de afgifte en strooibaan. De dichtheid van een meststof moet bekend zijn en mag niet variëren. De dichtheid wordt gemeten als stortgewicht. Dit is het gewicht van het product in een bepaald volume en omvat ook de lucht tussen de korrels. Hoe hoger de dichtheid, hoe beter de strooieigenschappen.

De gemiddelde grootte is normaliter minimaal 3,2 mm. Bij een identieke dichtheid worden grote deeltjes verder weggeslingerd aangezien ze zwaarder zijn.

De grootteverdeling (fractionering) is een indicatie van de variatie in diameter tussen de kleinste en grootste korrels. Als de variatie te groot of te klein is, is de distributiebreedte niet optimaal. De aanbevolen spreiding is 0,8 mm.

Hoe ronder en gladder de korrels, hoe beter de aerodynamica en de strooibaan. De luchtweerstand wordt gemeten als de Cx-waarde. Des te lager de Cx-waarde, des te beter de strooi-eigenschappen.

Hoe harder de korrels, hoe kleiner de kans dat ze breken of worden verpulverd tijdens gebruik en onder de belasting van de schoepen van de strooier. Gebroken korrels zorgen voor ongewenst stof en een slechtere fractionering. Het strooibeeld wordt onvoorspelbaar. De hardheid wordt gedefinieerd door het gewicht dat nodig is om de korrels te verpulveren. De hardheid moet groter zijn dan 3 kg (30 N). Goede kwaliteit Novagran heeft een hardheid van ca. 5 kg of hoger; nodig bij een strooibreedte van 42-52m.

Het stroomgedrag geeft aan hoe gemakkelijk de Novagrankorrels bewegen onder invloed van de zwaartekracht, bijvoorbeeld van de strooierbak naar de schijven. Blendmeststoffen van goede kwaliteit hebben een glad oppervlak en zijn “free-flowing”. Om dit te bevorderen voegt Triferto een speciale coating toe aan de Novagranblends, die de ‘loopeigenschappen’ van de meststof optimaliseert. Het stroomgedrag wordt gedefinieerd door de tijd die een monster nodig heeft om door een gestandaardiseerde trechter te stromen (EN 13299). De standaardwaarden liggen tussen de 4 en 8 kg per minuut.

Stof in meststoffen verslechtert strooieigenschappen, is slecht voor het milieu en voor de werkomstandigheden in opslagloodsen. Door stof worden de gebieden langs het rijspoor overbemest. Stof vergroot ook de kans op kluitvorming (“caking”). Het stofgehalte van een meststof wordt gemeten door het stof met behulp van een luchtstroom van de korrels te scheiden en vervolgens te wegen. Het stofgehalte dient lager te zijn dan 0,1%.

Tijdens de distributie en het gebruik van meststoffen, kan door wrijving en schokken slijtage aan de korrels optreden. De slijtvastheid is afhankelijk van de oppervlaktestructuur en de sterkte van de korrels. Het gehalte aan fragmenten kleiner dan 1,6 mm ten gevolge van slijtage zou niet hoger moeten zijn dan 5%.

Deel deze pagina